Vertaal
Vertalingen dépenser follement FR>DE
dépenser follement (ww.) beleihen (ww.) ; seineersparnisseverprassen (ww.) ; verderben (ww.) ; vermasseln (ww.) ; vermurksen (ww.) ; verpfuschen (ww.) ; verprassen (ww.) ; versetzen (ww.)
Bron: interglot

Voorbeeldzinnen met `dépenser follement`
Voorbeeldzinnen laden....